Fraude is zo simpel en accountants zullen blijven falen het te ontdekken
14 augustus 2020 
4 min. leestijd

Fraude is zo simpel en accountants zullen blijven falen het te ontdekken

Met Wirecard is er een nieuw hoofdstuk in het dikke boek over ongelofelijke managementfraudes. Hoewel de verhalen blijven boeien, zijn de patronen in feite altijd gelijk: er wordt omzet verzonnen of er worden kosten vergeten. De verhalen zijn vooral zo ongelofelijk omdat de fraudes vaak van schreeuwend grote omvang blijken en vaak allang door pers, klokkenluiders of beursanalisten zijn gemeld, terwijl de interne en externe toezichthouders en de externe accountant zeggen van niets te weten. Hoe werkt dat, hoe kan dat?

Eerst hoe het werkt. In plaats van een handelsvordering wordt een valse wissel verantwoord die inkomen suggereert uit een Pools project (Imtech). Omzet wordt 100% geboekt, die pas in de komende twintig jaar mondjesmaat tot uiting komt, zonder een passende tegenboeking (ongeveer alle wereldwijde telecom kabelaars rond 2000). Er wordt net gedaan of er een bom geld staat bij een Filipijnse bank (Wirecard). Aan de kostenkant worden nare gebeurtenissen weggestopt in offshore vennootschappen (Enron) of domweg op een tussenrekening (de 888-rekening bij Barings) met een goed verhaal over openstaande posities van een grote klant.

In feite betreffen de fraudes altijd één van de twee volgende journaalboekingen: flauwekul aan omzet (omzet omhoog) of flauwekul aan kosten (kosten omlaag). Kortom, winst verhogende boekingen die uit de financiële administratie blijken en die leiden tot de balanspost ‘flauwekul’. Dat kunnen een heel gewone posten zijn, zoals bijvoorbeeld goodwill, voorraad, onderhanden werk, vooruitbetalingen of een banksaldo te Filipijnen. Je kunt natuurlijk ook een post ‘vergeten’ zoals een pensioenvoorziening of een langlopende verplichting uit vooruit ontvangen omzet.

Wie hebben er schuld aan deze fraudes?

Het ligt voor de hand dat dit de bestuurders zijn. Voorts hebben de commissarissen soms zitten slapen en dragen daarom ook een zekere mate van verantwoordelijkheid. Soms hebben de externe toezichthouders last van zware slaap, waardoor zij expliciete signalen misten (BaFin ingeval van Wirecard of de SEC in geval van Madoff). En de accountant? Nou als het om een waardeloze kiezel gaat die is gemist, okay, dat kan gebeuren, maar een stapel waardeloze kiezels in de omvang van de Mount Everest, die als een stapel goud wordt voorgesteld (of 2 miljoen euro op een bankrekening)? Hoe kan dat nou? In ieder geval vier zaken spelen daarbij een rol.

Hoewel kikkers wel degelijk uit een opwarmend pannetje springen, omdat hun instinct hen dat zo heeft geleerd, missen accountants dat instinct, waardoor ze er iedere keer weer instinken.

Ten eerste, de gecontroleerde doet zijn best de gewraakte situatie te verhullen, door met (vaak valse) documenten op de proppen te komen en outsiders tot medewerking te overtuigen (‘ja hoor, die wissel is echt’ of ‘Met Bank X te Manilla. Ik zal even voor u kijken of het saldo klopt. Ja, het klopt’). Moet je dan gaan zeggen dat je klant liegt? Hij tekent er immers voor dat hij dat niet doet en je kent hem als betrouwbaar, want anders zou je deze controle niet doen.

Ten tweede, de accountant is rationeel. Hij gelooft alleen in dingen die hij door waarneming kan vaststellen. De accountant is daarentegen niet ingesteld op zaken die wel geboekt zijn en sporen hebben achtergelaten, maar feitelijk niet bestaan (er is een contract, er is een factuur en er is een betaling: check).

Ten derde, de accountant doet niets aan controle van fraudebeheersing, want daar is het bestuur voor verantwoordelijk. Ja, hij vraagt daarover wel inlichtingen aan het bestuur en krijgt verrassend genoeg altijd te horen dat het goed zit. Maar, hij toets de opzet, het bestaan en de werking van die beheersing niet, want dat hoeft hij namelijk niet van zijn regelgeving. Overigens denkt de accountant wel dat hij dat doet (en ook veel deelnemers aan het maatschappelijk verkeer, helaas ten onrechte). Zie ten vierde, hierna.

Ten vierde, de accountant gaat er vanuit dat gelegenheid de dief maakt. Hij staart zich daarom blind op de gelegenheid. Ieder najaar weer zitten wereldwijd honderdduizenden accountants en EDP auditors de regelgeving/procedures, functiescheidingen , autorisaties, vier-ogencontroles, wegsluiting van waardes (toegang) te testen. Als dat allemaal naar behoren lijkt te werken, kan hij, onder de veronderstelling dat die maatregelen ook in zijn afwezigheid naar behoren werken, verder met een beperkte controle-inspanning. Daarmee neemt de accountant het risico slechts enkele bomen te bekijken van een hem valselijk geschetst bos.

De accountant verzuimt om het eventuele bederf van de bedrijfsmoraal te onderzoeken

De accountant verzuimt om het eventuele bederf van de bedrijfsmoraal vanwege te hoge targets of economische omstandigheden daadwerkelijk te onderzoeken. Die fenomenen zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor minimaal tweederde van alle ellende, als het om fraude gaat. Mensen liegen, bedriegen en verhullen (in combinatie noemen we dit fraude) als ze daartoe een belang hebben, slechts zelden omdat het kan (gelegenheid). De accountant negeert in zijn voorgeschreven controleaanpak de hoofdoorzaak van het liegen bedriegen en verhullen. Ter vergoelijking: hij is geen gedragswetenschapper.

Door het controleteam wordt wel een risico-overweging gemaakt wat betreft het frauderisico, vaak zich ten onrechte beperkend tot de mogelijkheden tot fraude (gelegenheid), in plaats van de zich ontwikkelende belangen om te liegen, bedriegen en verhullen.

Door deze blinde vlek in de voorgeschreven controleaanpak, wordt de werkvloer niet bevraagd, er vinden geen ‘root cause’ analyses plaats van de toename van verloop, ziekte, vaststellingovereenkomsten, ontslagen op staande voet of klokkenluidermeldingen, er vinden geen detailanalyses plaats van medewerkerstevredenheid.

Bijna alle accountants in fraudesituaties zijn te goeder trouw en zelf het slachtoffer van bedrog.

Bijna alle accountants doen hun stinkende best om goede controles uit te voeren en daarbij zoveel als mogelijk de geldende regelgeving na te komen. Bijna alle accountants in fraudesituaties zijn te goeder trouw en zelf het slachtoffer van bedrog. Er zijn bijna geen accountants die hun oren laten hangen naar het vermeende belang van hun cliënt. Als het om fraude gaat, slaat wereldwijd de accountant beroepsmatig stelselmatig de plank mis als hij de huidige voorgeschreven controlewijze volgt en denkt op die wijze een zinvolle bijdrage te leveren aan de beheersing van fraude. Dat moet u de accountant niet verwijten, want hij wordt geacht het zo te doen, en, omdat hij in compliance gelooft, zal hij het ook zo blijven doen. Het boek over ongelofelijke managementfraudes heeft nog vele hoofdstukken te gaan.

Over de schrijver
Peter is deskundige op het gebied van onafhankelijk financieel economisch onderzoek en expert op het gebied van integriteit- en fraudebeheersing. Hij is voormalig partner van Grant Thornton Forensic & Investigation Services. Eerder heeft Peter dergelijke functies vervuld bij Ernst & Young, Arthur Andersen en KPMG. Peter voert bijzondere accountantsonderzoeken uit sinds 1984. Hij is ervaren met het leiden en uitvoeren van de meest diverse onderzoeken in het private en publieke domein in Nederland en daarbuiten. Peter treedt regelmatig op als (partij)deskundige in rechtszaken en arbitrages. Peter is econoom en registeraccountant, Certified Fraud Examiner, en lid van Insol Europe.
Reactie plaatsen

Zoeken in ons Fraude, Security & Risk blog?